Hoofdstuk 3: Onderwijs
In het derde hoofdstuk beschrijven we de ontwikkelingen in het onderwijs in de veertig jaar van de school. We hebben veel meer materiaal gevonden dan we in dit hoofdstuk kwijt konden. Hieronder een selectie van dat extra materaal in de vorm van artikelen, foto’s en bijdragen.
1984 Per 1 augustus van 1984 zal de gemeente Velsen een nieuwe schoolnaam rijker zijn. Het ‘Vellesan College’ wordt de naam van de nieuwe school. Meer…
1986 De LHNO-afdeling van het Vellesan College kan definitief blijven voortbestaan. Deze vorm van lbo-onderwijs kan zelfs worden uitgebreid.. Meer…
1992 De wet op de basisvorming is 23 mei door de Eerste Kamer aangenomen. In 1993 krijgen de eerste leerlingen die met deze nieuwe wet te maken. Meer…
1994 Het rooster hangt statig aan de muur in een klein kamertje op de eerste verdieping. Duizenden lego-blokjes, keurig gerangschikt met klassen, lokalen en … Meer…
1998 Linda Braam zit in een rolstoel. Uit alle macht probeert klasgenoot Ilona Nat haar daaruit te tillen als onderdeel van het praktijkexamen gezondheidskunde. Meer…
2001 Het is toch mavo en vbo samen?” zegt ze weifelend. Theoretische leerweg vindt de Priscilla Oosting vreemd klinken. “Ik doe nog gewoon mavo hoor.” Meer…
2002 Er zijn vooruitstrevende ontwikkelingen waar het Vellesan komend schooljaar mee gaat starten. De school noemt het ‘onderwijs volgens het schaap met de vijf poten’. Meer…
2003 Ongezouten geeft de 18-jarige Hassana Aynan haar visie op Nederlandse Marokkanen in een prijswinnend PWS. Een kennismaking met een mondige moslima:” Meer…
2014 Wiskundedocent Ed Ponte raadt aan om voor het examen even uit te waaien. Het wiskunde-examen kan een flinke horde zijn op weg naar het diploma. Meer…
2017 Het Vellesan College ontvangt aan het begin van het schooljaar 2017 het predicaat Globe Science School. Daarmee is het één van vijf scholen in heel Nederland die.. Meer…
2001 Coronastress. Meer dan honderd schoolgenoten bevroegen ze voor hun profielwerkstuk. Tess van der Linden en Lola Dekker ontdekten dat tachtig procent….Meer…
2021 Zuchtend komen ze naar buiten vrijdagmorgen May Gouda en Kyra Haasnoot. Het theoretische examen Dans dat ze net hebben gemaakt, was namelijk … Meer…
1984 februari IJmuider Courant
Vellesan College biedt alle mogelijkheden voor voortgezet onderwijs
Scholenfusie Velsen per 1 augustus geeffectueerd
Per 1 augustus van dit jaar zal de gemeente Velsen een nieuwe schoolnaam rijker zijn. Onder de verzamelnaam ‘Vellesan College’ zullen vanaf die datum de vroegere scholen Prof. Mr. S. Vissering Scholengemeenschap, de Hugo de Grootschool, Mw. Dr. J. v.d. Berg van Eysinga-Eliasschool en de Willem de Zwijgerschool plaats bieden aan ruim 800 leerlingen. Hiermee komt tevens een eind aan jarenlange discussies over de wenselijkheid van een dergelijke fusie. De nieuwe school krijgt een vierkoppige leiding, waarbij de heer H. van der Kwaak als rector bijgestaan wordt door mevr. A. Zwart en de heren H. ter Buurkes de Vries en E. de Boer.
Vorige week presenteerde de leiding zich tijdens een persconferentie op de Visseringschool en werden de vele mogelijkheden van het ‘Vellesan College’ nog eens op een rijtje gezet. De scholengemeenschap biedt in ieder geval de mogelijkheden die de vier scholen nu al hebben. Leerlingen kunnen dus in deze school een diploma halen voor vwo, havo, mavo en lager beroepsonderwijs. Maar door de nieuwe opzet van het Vellesan College komen er ook nieuwe mogelijkheden voor de leerlingen. Die veranderingen worden vooral merkbaar in de zogeheten brugperiode. In de eerste twee jaar hoeft een leerling nog niet te kiezen voor een bepaalde richting. In die eerste twee jaar wordt in overleg tussen leraren, leerlingen en ouders bekeken welke de mogelijkheden en interesses van de leerling zijn.
Het Vellesan College is een openbare school. Dat wil zeggen dat uitgegaan wordt van respect voor ieders levensbeschouwelijke of religieuze overtuiging. De school ziet het als haar taak de leerlingen zo goed mogelijk onderwijs te geven en hen naar het gewenste diploma te leiden. Daarnaast en daarin wil de school een bijdrage leveren aan de ontplooiing en de vorming van mensen met een eerlijke en zelfstandige instelling. Aan de manier waarop het Vellesan College met zijn leerlingen wil omgaan ligt naar eigen zeggen ‘een intensieve begeleiding en aandacht voor de individuele leerling ten grondslag’.
De nieuwe scholengemeenschap wordt gehuisvest op twee locaties namelijk oost en west. De locatie oost heeft als hoofdgebouw de Visseringschool in de Briniostraat en als bijgebouwen de Willem de Zwijgerschool en het gebouw van het lhno. De locatie west is gevestigd in de Hugo de Grootschool aan de Grahamstraat in IJmuiden. Op beide locaties worden brugklassen gevormd. In IJmuiden-Oost zijn deze brugklassen afgestemd op alle niveaus (lbo/mavo, mavo/havo en havo/vwo) en in IJmuiden-West zullen in ieder geval brugklassen gevormd worden voor lbo/mavo en mavo/havo niveau. Zo mogelijk zal ook daar een klas gevormd worden voor havo/vwo.
Over de nieuwe scholengemeenschap en alle mogelijkheden die de school biedt is een informatief boekje verschenen dat op de vier scholen te verkrijgen is.
1986 juli IJmuider Courant
LHNO-afdeling Vellesan College wordt uitgebreid
School start met vier nieuwe vakken
De LHNO-afdeling van het Vellesan College kan definitief blijven voortbestaan. Was de levensvatbaarheid van het LHNO vóór de scholenfusie nog zeer onzeker, het aantal aanmeldingen en het aantal leerlingen dat nu intern doorstroomt is zo hoopgevend dat deze vorm van lbo-onderwijs komend schooljaar kan worden uitgebreid met vier nieuwe vakken. Het ministerie heeft nog geen officiële toestemming verleend, maar staat in beginsel positief tegenover de uitbreiding waar een aantal bouwkundige voorzieningen voor nodig is.
Vellesan rector H. van der Kwaak en zijn plaatsvervanger H. ter Buurkes de Vries signaleren dat steeds meer leerlingen kiezen voor praktische beroepsgerichte vakken. Na de tweejarige brugperiode geven zoveel leerlingen de voorkeur aan het LHNO-onderwijs, dat de scholengemeenschap vier nieuwe vakken kan gaan geven.Het gaat om de richtingen Kantoorpraktijk, Verkooppraktijk, Uiterlijke Verzorging en Machineschrijven, die met ingang van het nieuwe schoolseizoen aan derdeklassers zullen worden aangeboden.
De huidige vierde klas, de laatste lichting van de oude LHNO-school, telt slechts vijftien leerlingen. Maar het aantal leerlingen dat nu na de tweejarige oriëntatieperiode kiest voor LHNO-onderwijs is, aldus Van der Kwaak, verzesvoudigd. In het derde jaar kan men zich specialiseren in drie richtingen: ‘Kantoorpraktijk en Verkooppraktijk’, Verzorgende beroepen’ en ‘Mode en Kleding’.
Voorheen was de LHNO-opleiding hoofdzakelijk gericht op de verzorgende beroepen. De schoolleiders hopen dat de uitbreiding met administratieve vakken het LHNO meer jongens zal aantrekken. Traditioneel, want voortkomend uit de vroegere huishoudschool, zijn het echter nog steeds meer meisjes die LHNO-onderwijs volgen. Van der Kwaak signaleert een geleidelijke verandering.
De uit fusies ontstane scholengemeenschap waar verschillende typen onderwijs zijn ondergebracht is volgens het tweetal ideaal voor leerlingen die van het ene type onderwijs naar het andere willen doorstromen. Na de tweejarige brugperiode kunnen de leerlingen op het Vellesan blijven door te kiezen voor lhno, mavo, havo of vwo, maar zij kunnen ook van schooltype veranderen. Volgens van der Kwaak is het voordeel van de beroepsvoorbereidende oriëntatieperiode dat de leerlingen dat ook daadwerkelijk doen. Hij ontkent nadrukkelijk dat zijn school leerlingen vasthoudt. Zo blijken leerlingen na twee jaar nogal eens te kiezen voor het grafisch onderwijs, de LTS of de School voor Zeevaart en Techniek.
Lange tijd aldus het tweetal, heeft de lbo te lijden gehad onder hardnekkige vooroordelen. Door het woord ‘lager’ is een verkeerd beeld ontstaan. “Maar het is een prima opleiding. Ook het LHNO wordt nog steeds geassocieerd met de huishoudschool. Dat klopt niet. LHNO moet eigenlijk zijn, Lager Dienstverlenend en Gezondheidsonderwijs, LDGO. Er zijn ook plannen dat zo te gaan noemen. Net als het MDGO, Middelbaar Dienstverlenend en Gezondheidsonderwijs. Een hoop van onze leerlingen gaan na het LHNO naar het MDGO.
1992 juni IJmuider Courant
School straks aantrekkelijker
De wet op de basisvorming is 23 mei door de Eerste Kamer aangenomen. De eerste leerlingen die met deze nieuwe wet te maken krijgen, zijn degenen die 1 augustus 1993 aan de middelbare school beginnen. Wat betekent deze wet voor de Velsense scholen? Als eerste wordt rector van der Kwaak van het Vellesan College geïnterviewd.
Het Vellesan College heeft een vooruitziende blik. Toen het Vellesan in 1984 ontstond uit vier verschillende scholen is het lesprogramma danig veranderd en vernieuwd. Daarom hoeft deze openbare brede scholengemeenschap weinig moeite te doen om aan de Wet op de basisvorming te voldoen. Brugklassers krijgen sindsdien twee jaar de tijd om via niveaugroepen (havo/vwo, mavo/havo en lbo/mavo) naar hun uiteindelijke keuze toe te werken. Ook werden in 1984 meteen lessen techniek, informatica en economie voor alle leerlingen ingevoerd. Alleen voor het vak verzorging en het combinatie vak natuur-scheikunde moet nog een oplossing bedacht worden. Alle kennis en vakmanschap is in elk geval in huis, meent rector van der Kwaak. Hij voorziet daarom geen problemen.
Van der Kwaak: ”In de basisvorming krijgen alle leerlingen vijftien vakken. Wat veel mensen niet weten is dat al die vakken inhoudelijk gaan veranderen. Ze moeten voldoen aan bepaalde kerndoelen. Het onderwijsveld onderschat dit nogal. De talen gaan bijvoorbeeld veranderen. Het accent komt op communicatie te liggen: spreken, lezen en schrijven. In de geschiedenisles wordt weer aandacht aan staatsinrichting besteed, aan de maatschappij.” Van der Kwaak legt uit: “Er moet samenwerking komen tussen vakken die overlappende onderwerpen aan bod brengen, zoals milieu. Dat is iets voor de vakken biologie, scheikunde en natuurkunde. Het enige probleem waar nog geen direct antwoord op te geven is, is het combinatie vak natuur- en scheikunde. Want je kunt je afvragen of er na de basisvorming nog wel genoeg tijd is om leerlingen op het examen natuurkunde en het examen scheikunde voor te bereiden. Een wet op de tweede fase is er gewoon nog niet.
Het onderwijs wordt aantrekkelijker wanneer de school beter aansluit op de praktijk. “Dat maakt het onderwijs aantrekkelijker”, gaat van der Kwaak verder. “Ik ben blij dat de knoop eindelijk is doorgehakt en de wet erdoor is. De onderliggende gedachte om de beroepspoot te versterken, ondersteun ik wel. School krijgt een sterk vormend aspect. Naast objectieve kennis wordt de leerling voorbereid op de maatschappij. Bijvoorbeeld door het vak verzorging. Daar wordt onder meer aandacht besteed aan voeding, kleding, wonen, budget beheer, genotsmiddelen en gezondheid. Natuurlijk ligt de prioriteit daarvan bij het gezin. Maar de school kan een belangrijke bijdrage hieraan leveren.”
“De basisvorming kan voor een sociale roldoorbreking zorgen. Waarom zouden alleen lbo’ers met hun handen kunnen werken? Het vak algemene technieken zou de interesse van vwo’ers zodanig kunnen wekken dat ze later een technische studie willen gaan doen. Het lbo, tegenwoordig het voorbereidend beroepsonderwijs, is niet het laagste niveau, zoals zo veel mensen denken. Het is een school voor minder theoretisch ingestelde leerlingen. Op onze school lopen de leerlingen van alle niveaus door elkaar. Overstappen van de ene naar de andere schoolsoort is gemakkelijker. Je hoeft je vrienden niet achter te laten bij zo’n overstap.”
“De algemene veronderstelling is dat een brede scholengemeenschap het niveau van de hele school omlaaghaalt. Ik denk dat juist het tegenovergestelde het geval is. Een groot aantal leerlingen blijkt het boven verwachting te doen. Op een scholengemeenschap kun je alles uit leerlingen halen wat erin zit en ze dan snel verwijzen. Op aparte scholen zal een goede mavoleerling niet voor het examen worden doorverwezen naar de havo. Bij ons gebeurt dit wel.”
Wat nog ontbreekt bij het Vellesan College is een gymnasium. “Het zou de school compleet maken, maar ik ben er niet op uit om bijvoorbeeld te fuseren met het Felisenum. Er is een goed evenwicht tussen de verschillende scholen op dit moment. Het heeft enige tijd geduurd voordat alle leerlingen en leraren aan elkaar en aan het nieuwe lesrooster gewend waren. Er is nu rust op school. De basisvorming zal die rust niet of nauwelijks kunnen verstoren. Redenen voor de Wet op de basisvorming: Kinderen worden op te jonge leeftijd gedwongen schoolkeuzes te maken. Keuzes die van grote invloed kunnen zijn op de rest van hun leven. Alle kinderen moeten zo lang als het kan dezelfde mogelijkheden geboden krijgen. Het moment van studie- en beroepskeuze moet uitgesteld worden. Het jeugdonderwijs moet kwalitatief verbeteren.
De basisvorming houdt in dat leerlingen meer verplichte vakken krijgen waarvan een aantal nieuwe zoals verzorging en algemene techniek. Alle schoolvakken moeten voldoen aan bepaalde kerndoelen. Dit zijn vaak nieuwe kwaliteitseisen die meer aansluiten op de belevingswereld van de jeugd. De basisvorming mag gespreid worden over drie jaar. Ter afronding moeten de leerlingen een toets doen. Grote onzekerheid heerst er binnen het onderwijs nog over de tweede fase. Voor de klassen vier, vijf en zes van het voortgezet onderwijs verandert er voorlopig nog niets. Alle vakken worden daardoor nog opgehangen aan het eindexamen. Het komt erop neer dat er wat geschoven wordt met lesuren, maar een grote verandering voor het voortgezet onderwijs zit er niet in, aldus een conrector van het Ichthus College.
1994 september IJmuider Courant
Het optimale rooster bestaat niet
Het rooster van het Vellesan College hangt statig aan de muur in een klein kamertje op de eerste verdieping. `duizenden lego-blokjes, keurig gerangschikt met klassen, lokalen en namen van docenten. Ernst Pans, Elias de Boer, Hans van der Kwaak en Adèle Zwart hebben het kunststukje in twee weken volbracht. Maar om 830 leerlingen verdeeld over 36 klassen, 75 docenten, 1500 lesuren en 43 beschikbare lokalen op een juiste manier te combineren zonder dat er grote leemten ontstaan- of erger: kwaadheid en onbegrip- dat vergt wel enig puzzelwerk.
Het vierspan doet dit werk al jaren. De Boer levert gegevens aan over het vbo en de mavo- bovenbouw. Pans komt met de havo- en vwo-bovenbouw. Rector van der Kwaak en conrectrix Zwart houden zich bezig met de lesindeling van de onderbouw. Directiesecretaresse Annet Sennema brengt alle roostergegevens in de computer. Heel vroeger ging het indelen handmatig. Een hele uitzoekerij. IN de jaren ‘70 na de invoering van de Mammoetwet, begon de computer als hulpmiddel terrein te winnen. En die werkt snel. Maar een computer produceert pas een werkbaar rooster als alle ter zake doende gegevens zijn ingevoerd. En soms zie je wel eens iets over het hoofd. “Daarom”, zegt plaatsvervangend rector Elias de Boer, “daarom zijn we ook nu nog af en toe handmatig bezig. Je kunt dan ook veel beter tegemoetkomen aan de persoonlijke keuzes van docenten.”
Er komt oneindig veel kijken bij het samenstellen van een schoolrooster. Het vellesan heeft behalve het hoofdgebouw bij voorbeeld de beschikking over twee nabijgelegen dependances. Leerlingen en leraren moeten zich verplaatsen. Liefst zo min mogelijk, want dat vergt tijd. De pauzes zijn daarvoor dus ideaal. “Het is een van die kleine dingen, waarmee je rekening moet houden bij het samenstellen van een rooster.”
Ernst Pans, wiskundeleraar en conrector: ”We beginnen met het invullen van de vaklokalen, zoals het gym- en technieklokaal.” De Boer: “De vaklokalen bepalen het raamwerk van het rooster. We zorgen dat die lokalen een continue bezetting hebben. Dat zijn typisch vakken die je niet in een andere ruimte kunt geven.” “Dan kijken we naar de docenten”, zegt rector van der Kwaak. “Hoeveel tijd hebben ze beschikbaar? Sommigen werken ook op andere scholen, of in deeltijd. Dan de leerlingen. Ze moeten een gevarieerd aanbod hebben. Dus niet: mandag het eerste, vierde en zesde uur Nederlands en de rest van de week niet. Verder moet je bij het maken van een rooster letten op arbeidsomstandigheden. Het is vervelend als een docent wiskunde in tien verschillende lokalen moet lesgeven.”
Een eis bij de onderbouw is dat er geen vrije uren geroosterd mogen worden. De kinderen krijgen aaneengesloten les, van half negen tot drie uur. Voor de bovenbouw komt er weer een andere zaak aan de orde: clustering. Ernst Pans: “De bovenbouwleerlingen hebben hun pakker gekozen. Buiten de verplichte vakken Nederlands, Engels en gymnastiek gaat ieder zijn eigen weg. Leerlingen van verschillende klassen die eenzelfde soort combinatie hebben gekozen bij voorbeeld, scheikunde – natuurkunde – biologie, worden geclusterd. Een lastige opdracht om dat goed in te delen.”
Er worden ook nog speciale uren in het rooster opgenomen. Zo zijn er uren voor keuzebegeleiding, drie huiswerkgroepen op maandag-, woensdag- en donderdagmiddag zijn er studiehulp-uren en de dinsdag wordt gespaard voor vergaderingen en commissies. Dit moet allemaal gebeuren na half drie ‘s middags. Natuurlijk zijn er ieder jaar klachten over het rooster. Pans: ”Maar het valt nog mee. We hebben 75 docenten. Vorig jaar hebben er misschien vijf geklaagd. Er is dan altijd wel iets te regelen. In één geval ben ik er vorig jaar niet uitgekomen. Ik heb meteen beloofd er dit keer rekening mee te houden. Ach. Een prettige gedachte is dat er geen definitie bestaat van een optimaal rooster….”
1998 april IJmuider Courant
Vbo’ers Vellesan College beginnen met praktijkexamen
‘Norit, da’s anti-poepspul’
Linda Braam zet zich schrap in de rolstoel. Uit alle macht probeert klasgenoot Ilona Nat haar daaruit te tillen, om haar voorzichtig op een stoel te zetten. Het is een onderdeel van het praktijkexamen gezondheidskunde op het Vellesan College in IJmuiden.Gisteren begonnen de praktijkexamens van het vbo, die tot en met volgende week worden gehouden. Daarna komen de vakken Engels, Nederlands, Duits, biologie, wiskunde en tekenen aan de beurt. De vbo-leerlingen volgen allemaal één of meer van deze vakken op mavo C-niveau, sommigen ook op D-niveau.
In koppels doen leerlingen het examen gezondheidskunde. Linda begint met de uitleg van de spirometer. “Daarmee meet je de longinhoud.” Docent Ruben Bos knikt en vraagt op stekelige toon wat je dan meet. Kilometers, Meters? Linda laat zich niet vangen. “Nee, cc’s. Als ze heeft verteld hoe het apparaatje werkt, mag ze ‘m testen. Ze loopt rood aan als ze zoveel mogelijk lucht in de blauwe spirometer probeert te persen. “2500 cc” verzucht ze. In een tabel blijkt dat de gemiddelde longinhoud van meisjes van zeventien, zoals zijzelf, meer dan 2700 bedraagt. “Oh jee, daar zit in onder. Komt zeker doordat ik rook.”
Na Linda is het de beurt aan Ilona om te laten zien dat ze het vak gezondheidskunde onder de knie heeft. Voor haar is de oefening met de rolstoel een verplicht nummer. Stuntelig probeert ze haar tegenwerkende klasgenootje uit de rolstoel te tillen. Om de oefening goed te doen, moet Ilona ‘patiënt’ Linda stevig vastpakken. Zenuwachtig schieten ze in de lach. “Kom op, even serieus”, probeert Bos nog. Het duo krijgt het gezicht niet meer in de plooi. Bos geeft toe: “Dit onderdeel leidt in de lessen ook vaak tot hilariteit.” In de beoordeling komt Ilona er desondanks niet goed vanaf. “Je moet haar niet bij haar middel pakken, maar helemaal achter de rug langs. Ik weet wel dat die houding intiem is, maar zo moet het.”, zo motiveert Bos zijn oordeel. Ilona krijgt een zes voor het rolstoel onderdeel.
Daarna mag Ilona zelf een opdracht kiezen. “De gif wijzer”, zegt ze resoluut. “Oké, wat doe je als een kind lampolie heeft ingeslikt”, vraagt de leraar haar. Ilona zoekt lampolie op bij de letter ‘l’ en leest quasi verveeld op hoe je in geval van deze noodsituatie moet handelen. “Niet laten braken, want komt de olie weer door de slokdarm. Vloeibare paraffine laten drinken.” Voldaan kijkt ze op van de gif wijzer. Volgende opdracht: ‘wat als een kind oleander binnenkrijgt.” Ze zoekt het weer op. “Water geven en laten braken. Dan Norit slikken.” Niet begrijpend kijkt Ilona opzij naar Linda. “Norit, wat is dat nou weer.” Haar klasgenoot weet het wel: “Da’s anti-poepspul.” Bos glimlacht tevreden. Ilona komt op eindcijfer 7 en Linda scoort een 7,5.
2001 oktober IJmuider Courant
‘Leerweg? Ik noem het nog gewoon mavo’
Priscilla Oosting (14) zit op het Vellesan College in IJmuiden. De derdeklasser doet als één van de eersten examen volgens de nieuwe regelingen. Ze laat alle veranderingen gelaten op zich afkomen.
Over het vmbo is een informatieavond geweest op school. Waar vmbo nu eigenlijk voor staat, weet Priscilla niet precies. “Ik heb waarschijnlijk niet zo goed opgelet tijdens de uitleg. Het is toch mavo en vbo samen?” zegt ze weifelend. Theoretische leerweg vindt de IJmuidense vreemd klinken. “Ik doe nog gewoon mavo hoor.”
De theoretische leerweg was niet echt een bewuste keuze. “De school heeft voor me gekozen. Het lijkt me ook leuk om een beroep te leren op een andere leerweg, maar ik wil naar de politieschool en volgens mij heb je daar mavo of havo voor nodig.”
Twee dagen per week zit Priscilla tot half vijf op school. “Die dagen mogen van mij wel wat korter”, zegt ze. Ze heeft veertien vakken waaronder standaard vakken als Engels, Nederlands, economie en wiskunde. De twee vakken kunstvakken en gym zullen volgens de nieuwe regelingen ook meetellen voor het examen. Gym wordt een probleem voor Priscilla. “Ik kan zelf niet zo goed sporten door mijn knie. Dat heeft met m’n groeischijven te maken geloof ik. Het doet pijn als ik veel moet rennen. Ik mag heel veel sporten niet doen, maar ik denk dat ik wel moet meedoen.”
De leerlingen merken verder weinig van de veranderingen. Het vmbo sluit netjes aan bij de basisvorming van de eerste twee jaar. “We moeten nu wel meer zelfstandig doen. Bij biologie is dat leuk, want daar doen we heel veel practicum. Dan gaan we bijvoorbeeld buiten bloemen zoeken en opplakken. We hebben alleen een hele drukke klas die denk ik niet zo heel erg zelfstandig is. Wel heel gezellig trouwens.”
De start van haar jaar verliep wat moeilijk. “De eerste twee drie weken hebben we met stencils gewerkt. Ik raakte ze nog wel eens kwijt en het was moeilijk te lezen. We hebben de meeste boeken nu wel gekregen, maar je loopt wel een beetje achter.”
Twee examens in plaats van één. Een schoolexamen en een centraal examen. In de derde klas sluiten leerlingen bepaalde examenonderdelen af. Priscilla houdt het hoofd koel. “We krijgen pta’s, programma toets afsluitingen. Dat zijn een soort tentamens die meetellen voor je examen. Ik laat alles wel gewoon op me afkomen. Voor alle vakken moet je aan het einde van het jaar een voldoende hebben. Anders ga je niet over. Ik hoop dat het gaat lukken, het wordt wel moeilijk. Je moet er veel voor doen.”
2002 januari IJmuider Courant
Vellesan College biedt vernieuwend onderwijs
Volgend schooljaar laptop- en sportklassen
Woensdag 9 januari konden docenten van groep 8 en directeuren van basisscholen uit de ruime regio kennisnemen van de nieuwe vooruitstrevende ontwikkelingen waar het Vellesan College komend schooljaar mee gaat starten. Het Vellesan College pakt de vernieuwingen structureel aan en noemt het ‘onderwijs volgens het schaap met de vijf poten’. Op vijf fronten is men op het Vellesan College bezig het onderwijs aan te passen: sportklassen, een laptopklas, begeleiding, kleinschaligheid en nieuwe kijk op onderwijs.
In augustus 2002 zullen sportklassen op twee niveaus worden opgestart, waarmee wordt ingespeeld op leerlingen die meer kunnen en willen presteren, zeker op lichamelijk terrein. Daarom worden zes uren lichamelijke oefening ingeroosterd. Daarnaast zal ook buitenschools aan sportactiviteiten worden deelgenomen. Er zijn veel beroepen die een goede lichamelijke en fysieke instelling vragen: denk aan docenten lichamelijke opvoeding, politie- en beveiligingsbeambten, marechaussee enzovoort. Daarnaast is er een categorie leerlingen die plezier heeft in sporten en gezond en sportief in het leven wil staan. De sportklas loopt vooruit op een ontwikkeling binnen het voortgezet onderwijs, de invoering van ‘Sport en Bewegen’.
Het programma voor leerlingen in de sportklassen is ambitieus: golfen, een duikbrevet halen, mountainbiken, klimmen, zwemmen, schaatsen, skeeleren, etcetera Tijdens de ‘gewone’ vakken is er aandacht voor bijvoorbeeld jeugd EHBO, biomechanica, ademhaling, spierprocessen en blessures, De buitenschoolse activiteiten kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het bezoeken van sportwedstrijden of het bijwonen van een clinic, een professionele training. Ook wordt er veel aandacht besteed aan sociale vaardigheden, zoals samenwerken, overleg, communiceren en leidinggeven. Voor de extra kosten van de sportactiviteiten wordt een bedrag van 100 euro per schooljaar gevraagd.
Nederland dreigt een grotere achterstand op te lopen op het gebied van informatica. Ondanks financiële steun van de overheid, blijft het onderwijs op informatica gebied stagneren, vaak door praktische problemen op het gebied van het onderwijs: alleen voor de hand liggende delen van de uitgebreide software worden gebruikt. Hert gebruik van een laptop in de nieuwe laptopklassen maakt het ‘anytime, anywhere learning’ mogelijk binnen een netwerk. Zelfstandig tot prestaties komen binnen een eigen tempo is het streven. Het Vellesan College is als voorhoede school de eerste school in Noord-Holland die met de laptopklas begint in 2002. In de laptopklas worden dezelfde vakken gegeven en ook de boeken zijn hetzelfde als in de andere klassen. De laptop wordt gebruikt voor informatievergaring, aantekeningen opslaan en werkstukken maken of presenteren. Maar ook kan een speciaal studieprogramma worden gevolgd. De leerlingen krijgen een set boeken voor thuis en voor op school, zodat alleen de laptop en wat schriften in de rugzak mee hoeven te worden genomen.
De laptopklas is voorlopig bedoeld voor leerlingen met en tl/havo of havo/vwo advies, de leerlingen van de laptopklas hoeven niet over speciale vaardigheden op computergebied te beschikken: typevaardigheid en informatiekunde staan op het programma. Voor de laptopklas wordt een extra bijdrage gevraagd van 225 euro per schooljaar. Ook ouders profiteren mee van de laptopklas: ouders van deze leerlingen krijgen een gratis cursus om te wennen aan de programma’s en zij kunnen de vorderingen van de leerlingen bovendien via de computer volgen!
Onderwijs als maatwerk is een derde front van het Vellesan College. Het is een zogenaamde brede scholengemeenschap. Bijna aller onderwijssoorten zijn binnen de school te vinden. Komend schooljaar krijgt de havo/vwo een eigen locatie een identiteit. De klassen 1 tot en met 6 van de havo/vwo afdeling worden gesitueerd in het hoofdgebouw aan de Briniostraat. Dit komt onder andere de kleinschaligheid ten goede. Nieuwe vakken als Spaans, Russisch, filosofie en astronomie zijn kennismakingsvakken in het eerste leerjaar. Bij voldoende belangstelling kan men hier in de Tweede Fase mee doorgaan.
Een nieuwe kijk op onderwijs is het laatste speerpunt van het Vellesan College. Bij de traditionele lesmethode in het voortgezet onderwijs is na enkele uren de fut er bij de meeste leerlingen uit. Hersenonderzoek heeft aangetoond dat de hersenactiviteiten van leerlingen in zo’n systeem op een laag pitje staan. Een aantal scholen is met het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum bezig om leerlingen van binnenuit te motiveren, nieuwsgierigheid te bevorderen, zelfstandig te werken en vol trots op het eigen leerproces te laten zijn. Kern is het aansluiten bij de ontwikkeling die in de leerling te vinden is en daarmee door te gaan en een krachtige leeromgeving neer te zetten. Het Vellesan College is begonnen bij docenten deze manier van denken en werken te introduceren. Het is een omslag in het voortgezet onderwijs, die enige jaren zal duren, maar die veel zal opleveren.
2003 juli
Profielwerkstuk in de prijzen!
Hassana Aynan geeft haar visie op Nederlandse Marokkanen
door Larissa Pans
Ongezouten geeft de 18-jarige Hassana Aynan haar visie op Nederlandse Marokkanen in een prijswinnend essay. Een kennismaking met een mondige moslima:” Mijn scherpe tong vinden ze niet altijd feest, hè. Sorry, maar zo ben ik nu eenmaal.”
In haar PWS onderzoekt ze wat de reden is van het negatieve beeld dat is ontstaan van Marokkaanse Allochtonen in Nederland? Ze won er de eerste prijs van vijfhonderd euro mee bij de essaywedstrijd van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. De jury sprak lovend over haar vermogen om ‘op een bevlogen manier en met zeer rake typeringen de culturele verschillen van beide kanten te belichten.’ Een kennismaking met een mondige moslima: “Mijn scherpe tong vinden ze niet altijd feest, hè. Sorry, maar zo ben ik nu eenmaal.”
Marokkaanse jongens zoeken elkaar natuurlijk altijd op, want soort zoekt soort. Over problemen wordt niet gepraat of gedacht. Want dat doen alleen mietjes. De échte jongens zijn hard. Een échte jongen durft alles, alles wat niet mag. Een échte jongen wordt niet verliefd, maar pakt het ene meisje na het andere. Een échte jongen zet een grote bek op tegen een leraar, komt altijd te laat, maakt zijn huiswerk niet. En een échte jongen heeft geld. Veel geld. Maar een échte jongen werkt niet bij Albert Heijn. (Uit haar essay)
Hassana Aynan: “Dit is de conclusie die ik trek als ik om me heen kijk. Marokkaanse jongens willen lachen met elkaar. Over ouders, verkeerd gedrag en slechte schoolcijfers praten ze niet, al voelen ze zich er best schuldig over. Of ze nu op de universiteit zitten of op het vmbo, ze zijn macho. Het is stoer om allerlei scharrels naast je vriendin te hebben. Sommige Marokkaanse jongens denken dat ze God, vinden dat ze mach-uitspraken kunnen doen als ‘joden moeten dood’. Terwijl joden in Marokko gerespecteerd worden. Ze hoeven niet te werken, want ze stelen wel. Dat wekt echt irritatie op. Dat is toch abnormaal?”
“Zo’n machjongen is niet geschikt voor mij, al geef ik wel de voorkeur aan een Marokkaan. Hij moet moslim zijn en niet te veel van mij verschillen, anders heb je alleen maar ruzie. Als een jongen me te bijdehand vindt, is dat zijn probleem. Ik wil zeker drie jaar een relatie voor ik trouw. Eigenlijk mag dat niet van de islam, maar het is wel de bedoeling dat je eerst alleen met elkaar praat.”
Lees het hele artikel
of lees een artikel over de PWS-prijs uit de IJmuider Courant
2014 mei IJmuider Courant
Wiskundedocent Ed Ponte: ‘Ik moet het hele examen narekenen’
Wiskundedocent Ed Ponte raadt aan om voor het examen even uit te waaien. Het wiskunde-examen, dat gisteren werd afgenomen, kan een flinke horde zijn op weg naar het diploma. Veel leerlingen van docent Ed Ponte van het Vellesan College uit IJmuiden namen er de tijd voor, en dat is een goed teken, zegt hij.
Hoe zijn de eerste reacties?
“Gemengd. Met name bij wiskunde A vonden sommigen dat er maar weinig kansberekening in het examen zat. Aan de andere kant ging de eerste pas twintig minuten voor tijd weg. Wie lang bezig is, heeft de stof in elk geval serieus geprobeerd uit te werken.”
Hoe ziet de voorbereiding op dit examen eruit?
“Als je met angst een examen ingaat, kun je daarop onderuitgaan. Die angst probeer ik eruit te halen. Ik vertel ze reëel en nuchter na te denken. Een hoop vragen zijn met je boerenverstand te beantwoorden. En we maken natuurlijk proefexamens. Tot slot raad ik ze aan de dag voor het examen niet meer keihard te blokken. ‘Ga maar uitwaaien op de pier’, zeg ik dan. Je moet fit en uitgeslapen aan het examen beginnen.”
Spannende dag voor u?
“Ik heb gedaan wat ik kon, nu is het aan mijn leerlingen. Voor mij is het alsof ik een doos krijg en niet weet wat erin zit. Ik hoop op iets leuks, maar het kan ook weleens tegenvallen. Soms worden er enorm spijtige fouten gemaakt. Wiskunde heeft zijn eigen grammatica. Het ‘is gelijk aan’ teken is daarin niet hetzelfde als het woord ‘is’. Zulke grammaticale fouten kosten punten.
En het nakijken. Veel werk?
Veertig leerlingen van de Havo hebben vandaag examen gedaan. Nakijken is niet eenvoudig. Het zijn allemaal open vragen, en het komt zelden voor dat een leerling alles volgens het standaardmodel heeft gedaan. Het kleinste foutje aan het begin van een opgave kan de hele som door blijven werken. Alleen die eerste fout telt mee, dus de rest moet ik narekenen. Er zijn ook weleens meerdere antwoorden mogelijk, terwijl het opgavemodel maar één of twee uitkomsten geeft. Alle overige antwoorden moeten heel precies naberekend worden.
2017 september Jutter/Hofgeest
Vellesan College is nu Globe Science School
Het Vellesan College ontvangt aan het begin van dit nieuwe schooljaar het predicaat Globe Science School.
Daarmee behoort de school tot de kleine groep van vijf scholen in heel Nederland die het doen van écht wetenschappelijk onderzoek volledig heeft geïntegreerd in het lesprogramma. Leerlingen gaan vanaf de brugklas ieder jaar een onderzoek doen samen met onderzoekers van onder andere Nasa en Wageningen University.
Globe heeft het Globe Science School programma opgezet omdat driekwart van de docenten in het voortgezet onderwijs het niveau van onderzoeksvaardigheden bij leerlingen te laag vindt. Leerlingen moeten in het eindexamenjaar havo en vwo voor hun profielwerkstuk een groot onderzoek uitvoeren. De docenten vinden de kwaliteit van deze werkstukken op dit moment te laag.
Door Globe gebruiken de docenten nu bij veel vakken dezelfde onderzoekscyclus. Dit is zeg maar een stappenplan voor het doen van goed onderzoek. Leerlingen zien nu dat de stappen van het doen van onderzoek bij alle vakken hetzelfde zijn. Als ze straks in het laatste jaar toe zijn aan hun profielwerkstuk dan hebben zij er zo uitentreuren mee geoefend dat het gesneden koek voor ze is.
Alle havo- en vwoleerlingen zullen vanaf komend schooljaar ieder jaar een Globe-onderzoek doen. Deze onderzoeken gaan van een eenvoudig onderzoek naar esdoornzaadjes in de eerste klas tot een ingewikkeld onderzoeksproject naar bijvoorbeeld fijnstof in het laatste jaar.
Het onderzoek op school is niet alleen leerzaam voor de leerlingen, maar draagt ook bij aan wetenschappelijk onderzoek van de wetenschappelijke instellingen waarmee Globe samenwerkt. Internationaal is dat bijvoorbeeld NASA en op nationaal niveau wordt samengewerkt met onder andere KNMI, RIVM en Wageningen University.
Door de samenwerking raken de leerlingen meer betrokken en gemotiveerd en steken ze er daardoor meer van op. Het Vellesan College is trots dat het vanaf nu het certificaat Globe Science School mag gebruiken.
2021 maart IJmuider Courant
Onderzoeker naar coronastress Lola Dekker (16) zit nu zelf thuis… met corona
Meer dan honderd schoolgenoten bevroegen ze voor hun profielwerkstuk. Tess van der Linden (16) en Lola Dekker (16) uit Beverwijk, 5-havoleerlingen van het Vellesan College in IJmuiden, ontdekten dat tachtig procent van de tieners coronastress ervaart.
Het interview vindt onder geïmproviseerde omstandigheden plaats. Zij het dat de setting de twee havisten natuurlijk niet vreemd is: ze volgden vorig schooljaar al genoeg online lessen. Maar omdat Lola net positief is getest op corona, is een ontmoeting in levenden lijve even niet mogelijk.
Poseren voor een foto is nu dus ook geen optie en er zijn wel foto’s van hen samen, maar die zijn meer van ’als ze naar een feestje gaan’. Die vinden ze minder geschikt voor de krant.
Ook bij het gesprek is docent Nederlands Karin Willems, die de presentatie van het profielwerkstuk van de twee scholieren beoordeelde (met een 8). Voor hun onderzoek zetten Tess van der Linden en Lola Dekker een serie vragen uit op het Vellesan College om erachter te komen hoe tieners zich door deze stressperiode heen werken. Ja, de spanningen en irritaties thuis liepen bijvoorbeeld op, maar er waren ook pubers die juist closer met hun ouders werden.
Stress rond schoolwerk speelde sterk op het Vellesan College.
School was de grootste stressfactor (negentig procent). Onzekerheid over de lockdown, wanneer je weer naar school zou mogen en hoe de online lessen zouden uitpakken speelden daarbij mee. Tegelijk waren leerlingen zeer te spreken over hoe het Vellesan College het thuisonderwijs heeft georganiseerd. 93,6 procent had een ’fijne werkplek met genoeg apparatuur’.
Jullie doen dus onderzoek naar coronastress onder scholieren en nu heb uitgerekend jij, Lola, corona. Hoe ironisch is dat?
Lola: “Je zit nu wel heel dicht op je familie. Je kunt niet echt de lessen volgen. Nu ervaar ik inderdaad wel wat ze op school in de enquête allemaal zeiden. Eerst had ik helemaal geen klachten. Nu wel wat meer. Maar het is goed te doen hoor.’’
2021 mei IJmuider Courant
Dansexamen: Van Lodewijk de XIV tot aan jazz en Westside Story
Zuchtend komen ze allebei naar buiten vrijdagmorgen om elf uur, de vijftienjarige May Gouda en Kyra Haasnoot. Het theoretische examen Dans dat ze net op het Vellesan College hebben gemaakt, was namelijk best lastig. Via de laptop hebben de twee mavo-leerlingen net een paar uur zitten zweten op ruim veertig examenvragen. Veel van die vragen werden ingeleid door een fragment, waar vervolgens allerlei vakinhoudelijke vragen over werden gesteld.
Examenkandidaten dans Kyra (r) May(m) met docent Kitty Wilmink (l).
Waar draait het om bij het vak Dans?
“Bij Dans wordt met name op de creativiteit en het doorzettingsvermogen een beroep gedaan”, zegt docent Kitty Wilmink. “Zeker als je verder wil in de theaterwereld, zoals Kyra, moet je veel van jezelf vragen, omdat de theaterwereld best hard en competitief is. Je moet echt goed zijn wil je er je beroep van kunnen maken.”
Waar gaan de vragen over bij een theoretisch examen Dans?
“Er zit altijd wel een geschiedenisvraag bij. Over bijvoorbeeld de hofdansen aan het Franse hof ten tijde van Lodewijk de Veertiende. Maar er kan ook een vraag over jazz tussen zitten, of over Westside Story, om maar wat te noemen.”
Rituele dans
Toch kan de geschiedenisvraag ook verder in de historie teruggaan, zo blijkt dit examen. Kyra vertelt dat er gevraagd werd wat een rituele dans is. Die kon ze niet beantwoorden, zegt ze, omdat ze niet wist wat daarmee bedoeld werd.
“Dat is een dans die Afrikaanse stammen soms gebruiken”, legt docent Kitty uit. “Het is een dans die hoort bij een bepaald ritueel, zoals die wordt gebruikt wanneer er iemand van de stam is overleden, bijvoorbeeld.”
Andere vragen kunnen gaan over alles wat komt kijken bij het dansen in een theater. Over de rekwisieten, de choreografie, het licht en het geluid. Of het gaat over het dansen in canon en alles wat daarbij komt kijken.
“We hebben in elk geval veel geoefend vooraf”, gaat de docent verder. “Ook het lezen van de vragen, hoe je die kunt begrijpen en hoe je ze kunt interpreteren.”
Dansacademie
Dat lezen was af en toe ook nog wel een ding, zegt Kyra. “Op een gegeven moment werd er gevraagd hoe je aan een dans kunt zien dat die ingetogen is. Maar ik kende het woord ’ingetogen’ helemaal niet, dus ik kon die vraag ook niet beantwoorden.” De docent knikt: “Dat is ook moeilijk. Als je vijftien bent, gebruik je zo’n woord niet.” Kyra vertelt dat ze dit vak nodig heeft voor haar vervolgopleiding die ze na haar mavo-opleiding gaat doen: die van de dansacademie Lucia Marthas in Amsterdam.
In tegenstelling tot May, die dans ’gewoon een heel leuk vak’ vindt. “Ik zit al vanaf m’n vierde op ballet en het is echt mijn hobby”, zegt ze. Door het in mijn pakket op te nemen, wil ik er beter in worden.”
Hoe zij het examen ervaren heeft?
“Sommige stukken van het examen waren supermoeilijk. Af en toe moest je heel veel lezen voordat je een vraag kon beantwoorden. En je moest tabellen invullen, dat vond ik ook lastig.” Of May ondanks het lastige examen, toch een voldoende heeft? Ze knikt: “Dat denk ik wel, mijn praktijkexamen ging goed, maar vandaag heb ik geen dik cijfer gehaald, denk ik. Misschien een zesje of zo.” Ook Kyra heeft er vertrouwen in: “Ik heb voor het schoolexamen al een 7,7 gehaald, dus ik kan wel een stootje hebben. En ik kijk uit naar mijn vervolgopleiding. Dan kan ik verder groeien in iets wat ik heel leuk vind om te doen.”