Foto’s 1984 -1994   We maakten voor de reünie van 14 september jl. een foto-presentatie met foto’s uit de periode 1984 tot 1994.  Klik hierboven om die te bekijken.

1984 Jan Bakker  Vandaag was ik eventjes terug op mijn oude school. Eerst Vissering (1982-1984) en daarna Vellesan (1985-1986). Dat is dus alweer enige tijd geleden…   Meer…

1984  Met de eerste IVBO-klas van het Vellesan hebben we sinterklaas gevierd bij tekendocent Joletta Bakker op haar woonschip. Klik op de foto voor een grotere versie.

School en muziek Jan Bakker was vanaf de start in 1984 leerling van het vwo van het Vellesan College. In het bezit van zo’n 6500 lp’s, singles en cd’s beschrijft hij de muziekgeschiedenis van… .  Meer…

Mei 1986  Alle tweedeklassers op stage in plaats van werkweek. Het is in 1986 een experiment van het Vellesan College om alle 180 tweede klassers op …  Meer…

november 1987   PromotiefilmDe sprong’ wordt gemaakt. Vliegtuigen, peperdure sportwagens, een man van zes miljoen. Wat het Vellesan College betreft …  Meer…

1985- 1988

Door Jeroen van der Weijden

Ex-Vellesan-leerling over het mooiste meisje van de klas… ‘Tegen een Telstar-voetballer kon ik niet op’

Midden jaren tachtig begon Jeroen van der Weijden (51) op het Vellesan College. Hij wilde eigenlijk naar het gymnasium, maar kreeg het advies om maar op de mavo te beginnen. Van wiskunde begreep hij niet veel, van meisjes versieren ook niet. Het mooiste meisje van de klas was voor hem al helemaal onbereikbaar…

Bijna 35 jaar heb ik hem niet meer gezien, maar plotseling zag ik Peter van der Kroef op een foto in de IJmuider Courant over veertig jaar Vellesan College. Mijn vroegere wiskundeleraar, zo staat in het artikel, is twee jaar geleden met pensioen gegaan. Vond ik trouwens tamelijk confronterend, het snelle verstrijken der jaren. In mijn herinnering is hij altijd die jonge, beginnende leraar gebleven die mij tot wanhoop moet hebben geprobeerd wiskundige vergelijkingen bij te brengen. Eerder probeerde meneer Van Dale dat met zijn zelf geschreven en gestencilde boekjes. De al wat oudere, wit grijze man vond het aanbod van bestaand lesmateriaal niet goed en ontwikkelde zijn eigen leermethode. Een buitengewoon bevlogen docent die, als je tenminste zelf graag wilde, je geduldig bleef helpen tot je wél een voldoende haalde. Van Dale had een huiswerkbegeleidingsinstituut in Santpoort-Noord, waar ook Van der Kroef na schooltijd wat bijverdiende en waar ik geregeld mijn huiswerk maakte. Zijn leerlingen waarvan de ouders niet het geld hadden voor bijles, mochten ook wel eens kosteloos naar zijn instituut komen. Geduldig legde hij dan de wiskundige structuren in de late namiddag nóg een keer uit. Aan ongemotiveerde leerlingen in de klas had hij een bloedhekel. Die mochten zelfs de les verlaten.

Telegraaf
Ik wilde naar het gymnasium, maar ze zeiden: ‘Jeroen, begin jij maar op de mavo’. Dus belandde ik ergens midden jaren tachtig in het gebouw van de Hugo de Grootschool aan de Grahamstraat en eindigde mijn Vellesan-periode op de locatie aan de Troelstraweg. Daar waakte de in 2015 overleden conciërge Maarten Prins over ‘zijn’ leerlingen. Maarten sprak in mijn tijd al de taal van de scholieren en bleef dat, zo heb ik begrepen, doen tot zijn dood. Het maakte hem razend populair. Ik herinner me dat hij stomverbaasd reageerde toen ik in de pauze de Telegraaf opensloeg. ‘Dat heb ik werkelijk nog nooit meegemaakt, een leerling vrijwillig met een krant,’ riep hij. Het was niet het enige dat mij, laten we zeggen, ietwat onderscheidde van de rest van mavo 4. Ik was als scholier ook al geïnteresseerd in politiek en lid van de JOVD. Of Prins dat in zijn vele jaren ná mij op school ooit nog heeft meegemaakt, lijkt me onwaarschijnlijk. Mijn ‘rechtse’ VVD-geluid, toen de VVD nog een partij voor ondernemers was, liet ik geregeld doorklinken in de lessen. Bijvoorbeeld tijdens economie van de nogal links georiënteerde Marjan Hendriks. Mevrouw Hendriks vond ik een aardig vrouw die erg begaan was met de derde wereld. Volgens mij mocht ze mij ook wel, maar mijn bewondering voor Ronald Reagan moet haar hebben doen gruwelen. Plaatjes van (halfnaakte) modellen die mijn agenda nog volop sierde toen ik op de locatie Hugo de Groot begon, hadden in het Troelstragebouw inmiddels plaatsgemaakt voor de Amerikaanse president, rechtse slogans en VVD-stickers. Die legde ik in de klas goed in het zicht om zo die linkse leraren te provoceren, al zullen die er eerder in de lerarenkamer hard om hebben moeten lachen. Dat deed de destijds jonge feministische lerares Frans waarvan de naam me is ontschoten, trouwens niet. Toen zij de bikinifoto’s – er zullen ook wel plaatjes van blote borsten tussen hebben gezeten – bij het opschrijven van het huiswerk in mijn agenda ontdekte, moest ik ze er ter plekke in de klas uitscheuren. Een vrouw die door een veertienjarige puber als lustobject werd gezien, kon volgens haar echt niet. Toen ik dat voorval aan Peter van der Kroef vertelde, moest hij daar hard om lachen.

Permanent verliefd
Hoewel ik van zijn vak nooit veel begreep, had ik met Van der Kroef altijd een leuk contact. Ik reed wel eens met hem mee van school naar het huiswerkinstituut in Santpoort. Dan gooiden we mijn fiets achterin zijn oude Opel Kadett en hadden we het even niet over wiskundige formules, maar over zaken die me toen aanzienlijk meer bezighielden: meisjes. Ik denk dat ik in die tijd in een permanente staat van verliefdheid verkeerde. Er was alleen één probleem, ik wist, als ik iemand écht heel leuk vond, het maar moeilijk in een verkering om te zetten. Communicatief was ik best oké, ik sloeg alleen als ik een meisje écht heel leuk vond, dicht als een oester. Zo was ik stapelverliefd op een beeldschoon Spaans meisje, maar als de schooldag was afgelopen, fietste zij weer alleen naar Beverwijk en ik naar de Alexander Bellstraat. Volgende dag weer een kans, dacht ik. Maar ik kon blijven dromen… Mijn Spaanse droom zou zich pas vele jaren later aandienen. Aan Van der Kroef die op de hoogte was van mijn heimelijke verliefdheid, lag het trouwens niet. Die zorgde ervoor dat ik tijdens de wiskundeles voorin de klas naast dat Spaanse meisje kwam te zitten, maakte zo nu en dan grappige toespelingen en hielp mij zo in mijn vergeefse versierpogingen. Meer kon hij ook niet doen.
Later was voor mij trouwens iemand anders het mooiste meisje van de klas en die naam weet ik nog wel heel goed: Brenda de Bruin. Maar Brenda had verkering met een populaire Telstar-voetballer en was alleen daardoor al onbereikbaar. Helemaal voor een zestienjarige puber die droomde van een carrière als burgemeester, Tweede Kamerlid of beurshandelaar en die in de weekenden niet op het voetbalveld stond, maar vijftien auto’s waste.

Boelsma
Vaak waste ik op vrijdagmiddag na schooltijd voor twaalf gulden ook de auto van de latere rector Marc Boelsma. Een mooie Citroën BX die hij dan aan de achterkant van het Troelstra-gebouw parkeerde. Zo hoefde ik niet met mijn emmertje, spons en zeemlerenlap het hele schoolgebouw door te lopen. Ik weet niet eens meer welk vak ik precies bij hem volgde, bedrijfseconomie geloof ik. Hij heeft me trouwens ook nog leren typen, iets dat mij later als verslaggever van o.a. Weekblad Privé en De Telegraaf nog van pas zou komen.
Marc Boelsma, toen nog mét snor, vond mijn ondernemerschap denk ik wel grappig. Hij hielp mij ook met mijn zonnebrillenhandel door mij een vitrine in het schoolgebouw in te laten richten met zonnebrillen. Bovendien was hij net als ik niet alleen geïnteresseerd in aandelen, maar ook in de eind jaren tachtig, begin jaren negentig populaire Italiaanse zangeres Sabrina. Een sekssymbool waar nog een tijdje een poster van in zijn klas hing. Boelsma, als ik een beetje terugreken, moet ook een jonge twintiger zijn geweest toen hij op het Vellesan begon en waar hij ook niet meer zou weggaan.

Val van de muur
Ik heb leraren nooit als vijanden gezien. Mijn vader was docent op Sancta Maria in Haarlem dus ik kende de beroepsgroep ook op een andere manier dan alleen als leerling. Met gevoel voor diplomatie lukte het me wel eens iets te bereiken zoals het uitstellen van een proefwerk omdat niemand had geleerd.
Een bijzonder aardige leraar die mij ook altijd is bijgebleven, is Rob Mataheru. Ik had Duits en geschiedenis van hem. Ik kan me nog goed herinneren dat in de ochtend van 9 november 1989, nadat die nacht de Berlijnse muur was gevallen, hij euforisch het klaslokaal binnenstormde en met stemverheffingen het belang van deze historische gebeurtenis uitlegde. Hij kon zo mooi en enthousiast vertellen dat zijn lessen over de hedendaagse geschiedenis mij niet lang genoeg konden duren. Ook vele jaren later, bijvoorbeeld tijdens mijn bezoek aan Berlijn, gingen mijn gedachten nog wel eens terug naar zijn boeiende lessen. Hoe zou het nu met hem zijn? Ik begrijp dat hij al een tijdje weg is bij het Vellesan. Wie wel tot zijn pensioen is gebleven, zag ik op deze site, is Pieter Oosterhuis. De leraar Engels had zo zijn eigen methode om het CO2 gehalte in de klas te verlagen en ons letterlijk bij de les te houden. Zodra Oosterhuis het volle klaslokaal binnenkwam, knalde hij met een lange stok meteen de bovenramen open voor frisse lucht. Zelfs in januari bij min tien! Dat kwam hem van met name veel meisjes in de klas op behoorlijke weerstand te staan. ‘Ben je gek ofzo? Malloot!’ werd hem in onvervalst IJmuidens toegesnauwd. Maar de ramen bleven open. De verwarming stond ook aan, maar dat weerhield veel leerlingen niet met hun jas aan de les te volgen.

Jeroen van der Weijden schrijft voor Weekblad Privé en De Telegraaf en woont met zijn vrouw Melissa afwisselend in IJmuiden en het Zuid-Spaanse Marbella. In Spanje heeft hij met zijn broer nog een brasserie en een concept store. De liefde van zijn leven werd niet dat mooie Spaanse meisje uit mavo 3. Ook zijn destijds heimelijke gevoelens voor Brenda de Bruin zouden voor altijd onbeantwoord blijven.

 1988

door René van der Wel

Kwajongensboek
Er is veel waarover ik zou kunnen beginnen, mijn tijd op de Hugo en het Vellesan laat zich immers lezen als een kwajongensboek, waardoor één enkele bijdrage bedenken een hele opgave lijkt. Bij onvergetelijke momenten horen natuurlijk ook onvergetelijke personen en ik denk met een glimlach terug aan verschillende docenten als dhr. Heiblok, dhr Brunot, dhr de Leeuw, dhr vd Kroeft, dhr Boelsma, mw Been, mw Basa, dhr Rol, de fantastische Joletta Bakker, conciërges Els op de Hugo en de onnavolgbare Maarten Prins op het Vellesan. Er waren er uiteraard nog veel meer alleen de namen schieten nu even niet te binnen. Er zijn in die 6 jaar Vellesan vriendschappen gesmeed die tot de dag van vandaag solide zijn, al met al een mooie, soms ook heftige tijd. Ik zat meer buiten het lokaal dan er binnen dus ik kan iedereen verzekeren, ook op de gang en in het keukentje was het prima toeven. Zoals gezegd is het lastig om één enkele herinnering te vatten in een verhaal, er is immers genoeg gebeurd dus waar zal ik beginnen? Zal ik het hebben over de achtervolging om de haltafel van het Visseringgebouw door dhr. van der Kwaak? De eeuwige durende vete tussen mij en dhr Bijl vanwege graffiti in en rond de schoolgebouwen? Het moment dat een mede-rebel uit boosheid een drukje deed op de zoldervloer van de Vissering? ( it wasn’t me! ) Het brandslang incident tijdens de examenstunt van klas 4 terwijl ik in klas 3 zat? Het nunchaku incident? ( er schuilde toch in ieder van ons een Bruce Lee in de jaren 80? ) Of over dat ene, memorabele moment waar nog jaren over nagepraat is door zowel docenten als leerlingen? Ok, de voorgeschiedenis. Het was in 1987 dat ik als leerling van klas 3 met de klas op reis ging naar Parijs. Ik kan mij herinneren dat wij als leerlingen erg uitkeken naar deze trip, niet in de laatste plaats vanwege het fameuze Stalingrad, waar de gebroeders van Tiggelen al over verteld hebben. Een aantal weken voor het schoolreisje was er, in mijn herinnering, nog een feestavondje in de Aula van het Vissering gebouw, veel lauwe cola en met gierende, puberale hormonen slijpen met je puppylove op ‘Still loving you’ van the Scorpions. Kort gezegd, één groot feest voor elk zichzelf respecterende tiener. Niet onbelangrijk, er werden tijdens die dansavond al de nodige logeerafspraakjes gemaakt en drankwensen doorgegeven voor tijdens de trip naar Parijs. Goed voorbereid op reis geldt tot de dag van vandaag. Even een sprong in de tijd. Al tijdens de eerste avond Parijs waren een klasgenoot en ik, gewapend met een fles Pisang Ambon, tot laat op de thee bij twee andere, vrouwelijke, klasgenoten en ondanks de vele controles omdat er twee leerlingen onvindbaar bleken, we zaten tijdens de controles in de kast onder een stapel lakens, is het ons gelukt de fles met z’n vieren soldaat te maken. De volgende ochtend, uurtje of 5, moesten mede- rebel en ik ons, met al onze spullen, melden bij de leiding en geloof het gerust, wij werden daarna even goed op ons nummer gezet. Kwajongens gedrag en het leek er op dat de aanwezige docenten het ergens ook wel grappig en voor de hand liggend vonden. Laat ik zo zeggen, er werd op mijn rebellie gerekend en ik stelde niet teleur. De rest van de reis verliep overigens vlekkeloos en heeft een onuitwisbare indruk op mij achtergelaten, met name vanwege de graffiticultuur in Parijs op dat moment. Deze voorgeschiedenis is belangrijk omdat deel 2 van het verhaal, zonder dit deel nooit had bestaan. Het was 1988, ik deed klas 3 nog maar een keer over. Meer buiten de klas dan binnen had toch wel enigszins een negatief effect op mijn cijferlijst, dus herkansen dat jaar. Volgens de zoon van God uit Mokum heeft elk nadeel z’n voordeel en dat betekende nogmaals 3 dagen naar Parijs. Nieuwe groep, andere docenten als begeleiding en nieuwe afspraken met betrekking tot logeer- en feestpartijen en drankwensen. Het werd de eerste avond een herhaling van een jaar eerder, tijdens controles verstoppen in de kast, dit keer onder de handdoeken, en zo rond een uur of 5 in de ochtend melden bij de leiding. Die 5 uur was mij te vroeg dus maakte ik er zelf 07:30 van, leek mij een betere tijd en ik was volledig in de veronderstelling dat er behalve een reprimande, geen vuiltje aan de lucht zou zijn. Waar ik even geen rekening mee had gehouden was de aanwezigheid van mijn eeuwige Nemesis die een buitenkansje voorbij zag komen zijn gezag te doen gelden. Er werd mij verteld dat na beraad, ik meen 5 minuten overleg, het besluit was genomen mij op de trein terug naar Amsterdam te zetten, alleen en zonder begeleiding. Reden voor dit besluit was het feit dat ik volgens mijn Nemesis schade had aangericht door brandblussers leeg te spuiten op de gang, toiletrollen uit de ramen had gegooid en de halve nacht had lopen zingen en schreeuwen op de gang. Ik stond met stomheid geslagen aan de grond genageld en ondanks protesten van mij en verschillende getuigen die mijn alibi konden bevestigen leek mijn lot bezegeld. Er werd gerekend op mijn rebellie, ik stelde wederom niet teleur, echter niet op de manier zoals werd gedacht en werd een uur later door mijn grijnzende Nemesis op de trein naar huis gezet. Behalve het plan om in België uit te stappen, werd er die dag ook een legende geboren waar nog lang over nagepraat is. Tussen mij en mijn Nemesis kwam het voor de rest van mijn schooltijd niet meer goed maar zoals een groot zanger ooit zong ‘de herinnering blijft, van die clown en z’n lach’ en lachen doe ik altijd wanneer het gaat om herinneringen aan het Vellesan. Had het nooit willen missen, ook Nemesis niet!

1989

Klas 3.3 mavo voor het hoofdgebouw in 1989

1989 examenklas vmbo

Lessen Tekenen op het Vellesan College.

Richard en Marcel van Tiggelen, leerlingen Vellesan College van 1985 t/m 1989. Oprichters van de Dutch Graffiti Library, museum About Graffiti cultuur en auteurs van diverse boeken waaronder Amsterdam Graffiti, the Battle of Waterloo (2004), New York Meets the Dam (2018) en Disz. The first dutch writer bombing the New York City subway (2018:

Het was voorjaar 1984 in de laatste maanden op basisschool de Ossendorp, we waren twaalf jaar toen wij in aanraking kwamen met de uit New York overgewaaide hiphop cultuur. Breakdance, electric boogie en rap hadden we ontdekt en enkele cassettetapes met elektro muziek waren in ons bezit. Maar we werden met name gegrepen door de letters en poppetjes van graffiti. In de eerste videoclips die op TV kwamen zagen we flarden van wat later bleek een in New York bloeiende subcultuur. Helemaal duiden konden we het op dat moment nog niet. Hier kwam verandering in toen we na de zomer van 1984 in de eerste brugklas van het Vellesan College terecht kwamen. Binnen een week was het duidelijk dat wij niet de enige waren die gegrepen werden door deze nieuwe jeugdcultuur. Al snel vormde we met een aantal gelijkgestemde een groepje wat actief aan de slag ging met alles wat met hiphop en graffiti te maken had. Een voorloper en degene die ons op sleeptouw nam hierin was een klasgenoot uit Velsen-Noord. Het bleek dat ze in Beverwijk net een stapje verder waren dan wij in IJmuiden. We sloegen de handen ineen en het netwerk en de kennis breide zich snel uit.  

 

Het Vellesan College ingeklemd tussen het oude station IJmuiden Oost met een vervallen fietserstunnel vanaf de Minister van Houtenlaan naar het Vissering Gebouw en een aantal ‘mooie’ oude muren bij de buren van de MIVO-school bleek de ideale speeltuin en een mooi canvas voor ons groepje jonge IJmuidense graffitischrijvers. Op het Vellesan College bleef dit niet onopgemerkt. Met name de docenten vanuit de creatieve vakken vonden het erg tof dat we met graffiti bezig waren en stimuleerde dat ook door ons de mogelijkheid te bieden daar in school ook mee bezig te zijn. In het eerste jaar werd in de kelder van het LHNO gebouw door docente Will Helemig (?) houten panelen en spuitbussen beschikbaar gesteld om hierop onze gang te gaan. Op de vrijdagmiddag mocht er na school extra tekenles gevolgd worden op de zolder van het Vissering gebouw onder leiding van Joletta Bakker en Ronald Ruseler. Ook deze extra uurtjes stonden al snel in het teken van graffiti. Ter gelegenheid van de opening van de nieuwgebouwde aula in 1985 aan het Vissering gebouw werd er door twee leerlingen een groot graffiti op canvas gemaakt ‘Vellesan’.  

Stalingrad Parijs 1987

Het absoluut hoogtepunt in onze graffiti en hiphop gerelateerde Vellesan tijd was de schoolreis naar Parijs in mei 1987. Vanuit school was er educatief programma opgesteld met toeristische highlights als de Sacre Coeur, Centre Pompidou en de Eiffeltoren. Maar wij hadden met een flinke groep leerlingen een ander doel. Op de tweede dag van deze trip mocht de ochtend naar eigen inzicht worden ingevuld. Voor ons het moment om met de metro richting station La Chapelle in het 18de arrondissement te reizen met als eindbestemming Stalingrad. Een braakliggend volledig ommuurd terrein waar de crème de la crème van de Europese graffiti scene een aantal meesterwerken op deze ‘hall of fame’ hadden gemaakt. Dit leverde een fotoserie op die in de jaren erna tot de dag van vandaag door ons gekoesterd wordt. Het laatste jaar op het Vellesan College stond in het teken van het vervolgonderwijs, mede op advies van de decaan werden wij doorverwezen naar het Grafisch Lyceum Haarlem in die tijd ook wel bekend als ‘de graffiti school’.