Peter van der Kroef
Juni 2023
Al eerder heb ik geschreven dat ik veel herinneringen aan mijn fietstochten naar school heb bij de Bergweg achter het voormalig Provinciaal Ziekenhuis langs. Het is een prachtig fietspad dat bij Bloemendaal steil omhoog gaat en aan de andere kant bij met een prachtig uitzicht bij de ruïne van Bredero weer op de Velserendlaan uit komt. Ik weet nog goed dat ik er fietste. Woensdag 26 augustus 2015. Het was prachtig weer en de zomervakantie was heerlijk geweest. Goed geluimd was ik op fiets gestapt om mij weer een eerste keer op school te melden. Dat ging elk jaar op dezelfde wijze; je komt op school en spreekt al een aantal collega’s bij het hek. Iedereen is blij elkaar weer te zien. Je komt het gebouw binnen en daar gaat het met hetzelfde enthousiasme verder. En dan even naar de Tiberius om ook Maarten Prins weer de hand te drukken. Maar die dag zou alles anders gaan. Ik reed op de Bergweg toen mijn telefoon overging. Ik stopte en nam op. Ik zie mij daar nog staan. Collega Hoekstra, há wat leuk dacht ik nog. Enthousiast nam ik op en meldde mij. Hij sprak met een zeer ingetogen stem tegen mij en vroeg of ik het al wist. Ik begreep niet waar hij het over had. Hij informeerde mij kort en duidelijk over het overlijden van Maarten Prins, de avond ervoor. Verward, verbaasd en verdrietig probeerde ik rustig verder te fietsen. Ik kon het niet geloven. Ik moest weer stoppen en stond stil langs de weg. Het gezicht van het Vellesan College, de man die jarenlang zoveel leerlingen en collega’s had geholpen, hij was overleden. De man die mij altijd het gevoel had gegeven welkom te zijn in IJmuiden was er niet meer……Met rode ogen kwam ik aan op het Vellesan College. Daar stonden een aantal collega’s in bedrukte stemming bij het fietsenhok voor docenten. Niemand had het over de vakantie. Alleen het plotselinge en trieste overlijden van Maarten was onderwerp van gesprek. In school kon ook niemand zijn werk goed oppakken. Iedereen die ik zag en sprak was net als ikzelf, aangeslagen. De begrafenisplechtigheid zou vanuit school plaats vinden. Rector Boelsma hield voor de begrafenis een toespraak in de aula voor het personeel. “Ik heb een collega verloren” sprak hij door de microfoon de zaal toe. “Maar ik heb vooral een vriend verloren” voegde hij met gebroken stem eraan toe. De begrafenisauto kwam langs de school rijden vooraf gegaan door twee motorrijders. Met honderden leerlingen en collega’s stonden wij aan de kant en sloten achter de auto aan. Langzaam liepen wij met elkaar naar de begraafplaats. Mensen stonden huilend langs de kant van de weg. De zaal van de begraafplaats zat helemaal vol en ook buiten stonden nog mensen. Er werd door kennissen van de familie een paar nummers op de gitaar gespeeld. Het was erg indrukwekkend. Daarna konden wij bij het graf afscheid nemen. Dat was het laatste met Maarten Prins. In de hal van het Hoofdgebouw was een tafel met herinneringen aan Maarten ingericht. Daar sprak ik nog met een vader van een leerling. Die kende Maarten nog van toen hij klein was en met zijn ouders in Oud-IJmuiden woonde. Terugkijkend blijft staan wat collega Pielage in het condoleanceregister geschreven heeft: “De ongekroonde koning van IJmuiden laat een oorverdovende stilte achter”. En wij moesten allen verder zonder Maarten. Op de Bergweg heb ik niet meer gefietst……….